Talk that talk

Rondom Julius' eerste verjaardag begon hij te praten. Oeps, worden we nu door de mama-maffia op het matje geroepen? ;-) Tja, ons kind had nu eenmaal meer interesse in het onderzoeken van zijn werkveld. Zitten, rollen, kruipen, staan, lopen, rennen, klimmen, pluisjes detecteren, knopjes indrukken, kastjes openen en dichtdoen, de volumeknop van de radio bedienen. Ik vergeet ongetwijfeld iets, maar dit zijn zo'n beetje de hoofdpunten van zijn ontwikkelingen op het gebied van grove en fijne motoriek. 
Eindeloos brabbelen was wat hij eerst een hele tijd volhield, waarna hij ieder moment van de dag begon te groeten met: "Heeeeey!" Als ik vanuit de (open!) keuken zijn richting op liep, groette hij me, als ik van de bank opstond en langsliep, groette hij me. Zelfs als ik hem uit zijn box haalde, groette hij me. "heeeeey" voor en "heeeeey" na was het. Op een gegeven moment kwamen daar woordjes bij, zoals 'mama', 'papa', 'eten (eeeetuh!)', 'appel (appohh)' en 'die'. Inmiddels zegt Julius ook 'ja' en 'nee' en brabbelt hij de hele dag tegen wie of wat het wil horen. Maar, hoe kunnen we hem stimuleren om nog meer te gaan praten? Niet dat we hem constant pushen om iets te gaan doen, hoor. We hebben meer zoiets van: we leren hem manieren en we stimuleren iets als we merken dat hij er interesse in heeft en we laten hem nieuwe dingen zien. Wat we het allerbelangrijkste vinden, is altijd positief reageren als Julius iets nieuws kan of iets goed doet en voor de rest laten we hem zich op zijn eigen tempo ontwikkelen. 
Om terug te komen op de vraag: hoe stimuleren we Julius om meer te gaan praten? Tips zijn altijd fijn om te delen, dus hier zijn ze:

---

1. Praat tegen je kind. Hoe klein hij of zij ook pas is, of hoe zeker je denkt te weten dat hij of zij je niet begrijpt, praat! Stel ook vragen aan je kind, zoals 'gaan we lekker een broodje eten?' Kijk je kind aan en geef hem of haar altijd de kans om te reageren, in de vorm van een woord of in zijn of haar eigen (lichaams)taal. Je kunt hiervoor best even een pauze inlassen, zodat je kleintje even kan ratelen. Reageer er altijd op, dan krijgt je kind het gevoel dat hij of zij serieus genomen wordt. Probeer niet in babytaal terug te praten, maar met 'bestaande' woorden. 
2. Brabbelen (vanaf drie maanden)! Woorden vormen en zinnen maken duurt voorlopig nog wel even, het gaat je baby voornamelijk om het contact dat hij of zij met jou heeft. Na ieder geproduceerd geluidje wat hij of zij tot je reageert. Dit stimuleert om nog meer te gaan brabbelen, verschillende klanken te ontdekken en meer contact te maken. Ik ben geen groot zangtalent, maar zing ook niet zó vals dat het niet om aan te horen is (wel na een paar alcoholische versnaperingen) en daarom zing ik ook wel eens met Julius. Hij moet er niet alleen om lachen -ik vraag me af of hij me uitlacht-, maar het is ook goed voor zijn taalontwikkeling. En daar doe ik het allemaal voor natuurlijk! 
3. Verbanden leggen. Toen Juul ongeveer negen maanden was begon hij verbanden te leggen tussen wat wij tegen hem zeiden en zijn gedrag daarbij. Plaatjes in boeken aanwijzen en dan wachten tot wij het plaatje benoemen, vindt hij heel leuk. Bij Rupsje Nooitgenoeg stopt hij zijn vinger in de gaatjes, waar de rups zogenaamd doorheen heeft gegeten. 'Appuhh', 'ijssss, 'dieeee' en meer beginnende woordjes rollen dan zijn mond uit. Ook als ik op mijn allerbest de dieren nadoe, dan doet hij sommige geluiden na. Om het schaap lacht hij vooral maar als ik 'miauw' of 'iehiehie' (paard) zeg, dan doet hij me bloedserieus na. Korte zinnetjes snapt Julius ook: 'Gaan we je jas aandoen?' 'Pak je knuffel maar.' 'Daar is papa!' 'Krijg ik een kus?' Hij reageert erop door het te doen of door 'nee' te schudden.
4. Het eerste woordje. Vlak voor zijn eerste verjaardag zei Julius zijn eerste woordje: 'mama'. Toen ik dit voor het eerst hoorde, kon ik wel janken van geluk! Zo suf, maar het was zo fijn om het te horen. Daarna volgde er een stortvloed aan 'heey', 'haai' en 'haiii', Julius' tweede woordje. 'papa' volgde ook snel, evenals 'opa' en 'oma'. De eerste woordjes zijn meestal woorden die belangrijk zijn voor je kind. Dat kan dus ook 'bal' of 'toet-toet' zijn. Wel is het zo dat je kind een woord voor meerdere dingen gebruikt. Het kan dus zijn dat een andere vrouw ook 'mama' wordt genoemd, of dat een hond ook een 'mauw' is. Na een maand of zestien gaat het ineens hard en kunnen er wel acht nieuwe woorden per dag bijgeleerd worden! Juul heeft het nu ook erg druk met de namen van zijn vriendjes en vriendinnetjes bij de opvang: Dani, Sophie, Thijn, Nine :)
5. Zinnetjes vormen. Vanaf nu kan Julius dus korte zinnen van twee woorden vormen. Soms begrijp ik niet helemaal wat hij bedoelt, maar ik probeer er dan wel altijd iets van te maken. Aangezien hij overal naar wijst, snap ik dat Julius het bijvoorbeeld over dat ene boek heeft of over de voorbijrazende trein. Het beste is om altijd in goed Nederlands te antwoorden, zo leert je kind meteen de juiste woorden. Bijvoorbeeld zo: Als je kind 'trein daar!' zegt, kun je reageren met: 'Ja daar is de trein!' Vanaf deze leeftijd krijgen voorleesboekjes ineens een hoop waarde voor je kind en begrijpt hij of zij dit ook. Wel met veel plaatjes, die zijn heel belangrijk. Rupsje Nooitgenoeg is erg in trek bij Julius en dan vooral de gaatjes en de rups die zich ontpopt tot vlinder. Als hij die bladzijde ziet, zegt hij 'aaaaaaah' en dan kust hij de vlinder. Zucht, dat is zó lief.
Stimuleer alle communicatie, maar push niet. Dat is mijn motto bij eigenlijk alles wat te maken heeft met de ontwikkeling van Julius. We doen hem van alles voor en als hij er aan toe is, merken we het vanzelf en dan stimuleren we het natuurlijk. Maar hem dwingen dat hij móét praten of dat hij iets móét begrijpen? Nee, dat niet. Het komt allemaal vanzelf, op zijn tijd :)

-X- Max

Volg The Daily Max ook via, Twitter, Bloglovin' en Facebook!